Bijzondere Veertigdagentijd
Oproep tot gebed en preek
gepubliceerd: zondag, 15 maart 2020
Deze Veertigdagentijd is anders geworden; vieringen gaan niet door of in zeer klein verband. Het komt er nu op aan of we deze tijd van genade, die de Veertigdagentijd toch is, gebruiken om meer God te zoeken, meer naar God te gaan meer naar God te luisteren, want zijn Woord klinkt nog steeds en wil ons ook sterken om de moed niet te verlossen.
Deze tijd is om ons geloof te vernieuwen met Pasen, als we dat kunnen vieren. Is God er of toch niet; dat is de vraag die we vandaag ook horen. Geeft Hij het leven en de liefde, of loopt alles dood. De beproeving waarmee de Veertigdagentijd begonnen is, zijn er steeds; of we verloochenen God of we steunen meer op Hem. Gaan meer bij Hem in de leer om zijn leerlingen te blijven?
Het is mooi om ook thuis God meer te zoeken, meer te bidden, meer het Woord van God te lezen; dat we niet vallen in een groot gat en zo verloren gaan. Beleef deze tijd meer met God en laat je niet gaan in wanhoop en angst, die met ons op de loop kunnen gaan.
Preek
We hebben allemaal zo onze zorgen voor ons dagelijks bestaan.
Mensen gaan niet voor niets hamsteren. Achter alles gaan grote angsten schuil.
Redden wij het wel. De joden klagen zelf God, want ze weten: we gaan dood.
Zorgt God nu wel voor ons of niet. God zorgt, maar anders dan wij denken of willen.
Wij hebben vaak maar een beperkte visie over het leven,
zodat het vaak alleen een overleven is, dat dan zo goed mogelijk moet zijn,
met eten en drinken, met werken en slapen, uitgaan en vakantie, met mijn salaris,
met zo min mogelijk moeilijkheden en problemen.
De vrouw bij de put komt zo ook elke dag water putten om te leven;
noodzakelijk voor het leven,
maar ze heeft nog een ander probleem, vanwege haar leefsituatie;
vijf mannen heeft ze gehad en ze leeft nu met een 6e samen. Wat is dat?
Daarom komt ze op een uur water putten dat er niemand is; ze wil niet gezien worden;
de mensen praten over haar, vanwege haar leven. Ze hebben haar liever niet;
ze kijken op haar neer; ze ontwijkt de mensen. Ze is wel eenzaam en lijdt veel.
Wie ziet dat? Dit is het bestaan van mensen; het lijden, dat er altijd is. Wat is het leven toch, met zijn verlangens en teleurstellingen, met zijn vragen en zorgen.
Deze vrouw mag Jezus ontmoeten. Hij vraagt haar om water,
maar maakt dan kenbaar dat Hij levend water geeft, dat Hij zelf een bron van leven is;
je moet bij Hem zijn.
Wij mensen houden ergens een enorme dorst naar het leven;
wij hebben steeds onze verlangens, met begeertes, naar van alles en nog wat;
we kopen wat af; we reizen enorm; we zoeken steeds ontspanning, leuke dingen maar het stilt onze diepste honger niet, in ons hart is als het ware een gat, een zwart gat;
het is alleen voor dat een kort moment;
zo leven we van het een naar het ander, als het ware rusteloos, met diepte angst,
die we steeds verdringen, maar zich steeds doen gelden.
Deze vrouw mag Jezus ontmoeten.
De wereld mag God ontmoeten in de gekruisigde en verrezen Heer.
Wie heeft er oog voor,
want je leven verandert er echt door, zoals we zien bij deze vrouw;
zij is gelukkig geworden; ze straalt het uit
en ze gaat zelfs naar de mensen toe gaat met haar getuigenis. Zullen ze haar geloven?
ze komen kijken en ze komen door naar Jezus te luisteren ook zelf tot geloof,
dat Jezus de redder is, de redder van de wereld.
Maar Jezus wil de wereld als eerste redden van zonde en dood,
want achter alles staat ergens zowel God als de macht van de zonde,
die de mens in zijn greep heeft en houdt, met deze zonde van hoogmoed en trots,
van onverschilligheid en zelfgenoegzaamheid, met zijn eigengereidheid
en zijn eigen wil te doen en zijn eigen gang te gaan.
We leven zelfs in een tijd, die God heeft los gelaten, God verloochend,
zelfs door veel gelovigen,
een tijd waarin mensen denken het zonder God wel te redden;
Zo wordt het een verschrikkelijke tijd, zoals nu naar voren komt.
We denken steeds het leven zelf in de hand te hebben en alles te kunnen regelen,
te kunnen organiseren.
Een klein virusje slaat alles uit onze handen.
Zijn we nu verloren: gaat de wereld ten onder? Aan zichzelf over gelaten wel;
wij redden het niet, nooit. We hebben Christus nodig. Hij komt;
Hij wil komen voor ons in ons bestaan ten dode.
Deze Christus is zelf het lijden binnen gegaan;
Hij wil ons lijden delen, van eenzaamheid, onze diepe angst.
Hij komt en draagt de zonde, de vernietigende zonde. Hij drinkt deze beker leeg
en gaat binnen in het mysterie van de dood en dan verrijst Hij ten leven,
en is een bron, van leven en liefde, van redding en hoop. Dat mag in ons komen,
zoals het in de vrouw kwam, en zo in de mensen, en ook in ons.
Er is daarvoor een vraag:
Hebben wij, Krijgen wij weer een verlangen naar God, een openheid,
dat we God toelaten en niet gesloten blijven zoals gemakkelijk gebeurt,
vanwege onze vragen en eigenwijsheid.
Iemand zei deze dagen:
We leven van kruis naar kruis, van moeilijkheid naar moeilijkheid; dat blijft,
maar een christen leeft door het kruis van Pasen tot Pasen, want heeft de wereld gered.
Hij geeft ons het leven, midden in de dood en wij kunnen daarvan getuigen worden,
zoals deze arme vrouw en andere mensen ook tot Christus brengen.
Hij spreekt tot ons, bemoedigt ons, sterkt ons en vult ons met zijn leven.
Zo kunnen we leven, alleen door Hem, met Hem en in Hem.
Amen