De explosie van Pasen, met de Geest van Christus
gepubliceerd op vrijdag, 21 april 2017
Het mag allemaal Pasen zijn wat de klok luidt (hoort u het? de paasklokken). Je ziet het en je hoort het. Alles is op zijn paasbest. De liturgie van de kerk viert het geloof en geeft het geloof. Alles wordt nieuw. De vernieuwing van de mens begint met Pasen.
Daarom heeft Pasen te maken met het doopsel. Er is de doopvont, die op het altaar staat, die het nieuwe leven geeft. Nieuwe mensen worden opgenomen in de kerk. Kinderen worden gedoopt.
Er kan de vraag zijn: wat wordt er van mij verwacht. Neen, laat het in je komen en in je leven. Pater Hugo zegt (zie KN 16, 2017 blz. 7): “Hoe ver mag ik het beloofde land intrekken. Tot hoe diep kan ik mij in Jezus uitgieten. Hoe kan elk donker hoekje van mijn ziel schoon gewassen worden, genezen en heel maken, feestelijk maken. Door het doopsel sta je aan de deur van een fantastisch nieuwe wereld, die je mag ontdekken zoveel al je wilt. Geniet ervan, drijf erop, dring erin door en laat je verassen.”
Er is het sterke teken van de Paaskaars, symbool van de verrezen Christus, de grootste kaars, die in de paasnacht bezongen wordt. Die brandt bij doopsel en uitvaart, teken van ons geloof. Deze kaars staat bij het altaar.
Pasen, vijftig dagen, als de volheid: zeven maal zeven plus één; het houdt niet op, teken van het eeuwig leven, dat gegeven is en begint. Het neemt een aanvang in ons. Het eeuwig leven begint.
Er kan ook gezegd worden: Gij hebt ons lot ten goede gekeerd. Er is deze fundamentele verandering, als een vernieuwing, als een ommekeer van Gods wege, een gave Gods.
Pasen is als één zondag; daarom wordt er steeds gezegd: dit is de dag die die de Heer heeft gemaakt en gegeven. Wij zullen hem vieren in Blijdschap. Pasen is het feest van de vreugde (zie slot van elke prefatie). In de prefatie wordt gezegd: in deze nacht, op deze dag in deze tijd.
Er is steeds het woord alleluia, een opwekkend woord. Zeker in de getijden klinkt het steeds als afsluiting.
Er is een dynamiek in de liturgie van de zondagen en door de week.
Allereerst de zondagen
We noemen het de zondagen van Pasen (i.t.t. vroeger, de zondagen na Pasen). Het is steeds Pasen.
De eerste drie weken zijn er de verschijningsverhalen, met op de tweede zondag altijd de verschijning op de eerste dag van de week en acht dagen later aan Thomas (een heel kerkelijk evangelie, met de aanstelling van de eerste bisschoppen, met de instelling van het sacrament van de biecht, de zondagse bijeenkomst (op de eerste dag en acht dagen later) en zo het samenkomen van de kerk. Zorg dat je erbij bent en bij blijft, want ander mis je wat. De gemeenschap mag je dragen. En er is de nederdaling van de heilige Geest.
Deze zondag is ook uit geroepen tot Barmhartigheidszondag.
De kerk is een levend gebeuren. Niets is gestold, al kan dat men soms denken.
De derde zondag van Pasen vertellen weer, afhankelijk van jaar A, B of C, de verschijningen van Jezus, met de Emmaüsgangers of het vervolg daarop of Jezus bij het meer.
Dan komt er de vierde zondag van Pasen. De zondag van de Goede herder, met het evangelie van Johannes (Joh 10). Dan komen de evangelies uit de afscheidsrede, met als laatste de zevende zondag het hoog priesterlijk gebed uit Joh 17. Dan komt Pinksteren. Daar kom ik straks op terug.
In heel de paastijd wordt in de liturgie gelezen (eerste lezing) uit de handelingen van de apostelen. Dat is de eerste geschiedenis van de kerk, meteen na Pinksteren met haar begin in Jeruzalem, met het optreden van de apostelen onder de joden, die meteen het geloof konden aan nemen, toen de schellen van hun ogen vielen. Er is steeds de verkonding van het paasmysterie: Christus die gij gekruisigd hebt, heeft God doen opstaan.
Eerst is het optreden van Petrus en dan gaat het over op het optreden van Paulus na zijn bekering.
Er is een enorme missie-geest, om het evangelie te verkondigen tot redding van de wereld. De eerste opdracht van de kerk.
De doordeweekse vieringen
Allereerst is er Eerste Paasdag, Hoogfeest, het feest der feesten. Dan krijg je het paasoctaaf: acht dagen, als de zondag van de paastijd. De Tweede Paasdag is hetzelfde als de derde, de vierde enz.
Elke dag wordt het gloria gebeden (gezongen) en elke dag is er de lofzang van Pasen, de lofzang van het Lam dat overwint. We kennen te weinig de gebeden van de kerk. Het blijft om het Lam Gods draaien, eerst het geslachtofferde Lam, dat de zonden draagt en dan het Lam van de overwinning. En bij de wegzending klinkt het alleluia door. Gaat nu allen heen in vrede, alleluia, alleluia!
In deze week worden alle verschijningsevangeliën gelezen.
Het is moeilijk om Pasen te blijven vieren; het wil in ons komen en doorwerken. Het wil bezit van ons nemen. Wij denken klaar te zijn. Alles wordt weer opgeruimd; klaar; alles is weer als vanouds.
Dan komt de tweede week van Pasen. Dan leest men het evangelie van Nicodemus: met deze kern tekst: Gij moet opnieuw geboren worden, en met deze discussie die er altijd is tussen gelovigen en ongelovigen (ook gelovige mensen kunnen ongelovig zijn, ook al denken ze alles te weten). Er komt een licht in ons leven met dit licht van Pasen.
Op het eind van de derde week komt het evangelie van de broodvermenigvuldiging en het oversteken over het water. Wederom in het licht van Pasen. Zo staat het er ook: het was kort voor Pasen. In de Eucharistie ontmoeten we de gestorven en verrezen Heer. Hij kan over de dood lopen. De evangeliën zijn geschreven na Pasen, met dit licht komt.
Dan komt in de derde week de broodrede van Jezus (Joh 6), met als tekst: Ik ben het levende brood.
In de vierde week, volgend op de zondag van de goede herder, twee uitlopers daarvan op de maandag en de dinsdag.
Vanaf dan komt alles uit de afscheidsrede van Jezus zoals deze gehouden in de zaal van het laatste avondmaal. Jezus vierde het Pasen, met ook het gesprek dat de Vader aanging met zijn kinderen.
Dit gaat door in de vijfde en zesde week. In deze afscheidsrede gaat Jezus steeds meer spreken over de heilige Geest die gegeven moet worden.
Dan in de zevende week, vanaf dinsdag komt het hogepriesterlijk gebed van Jezus, waarin Jezus bidt tot zijn Vader; het is de paasnacht na het avondmaal; er werd veel gebeden, psalmen, liederen. Zo ook bad Jezus.
Dan komt Pinksteren. Wat is Pinksteren?
- Pinksteren is de vervulling van Pasen in ons door de heilige Geest.
- Gods liefde is in ons hart uit gestort door de heilige Geest (Rom 5, 5).
- Niemand kan zeggen: Jezus is de Heer, tenzij door de Geest (1 Kor.).
Jezus leidt de geschiedenis. Wij spreken niet van noodlot of toeval.
Alles is in Gods hand. Alles past in het plan van God. Ook de zonde. Zo konden we zingen in de paasnacht: Gelukkige schuld waaraan we de Redder te danken hebben.
- De heilige Geest wordt gegeven om Abba Vader te zeggen (Rom 8,15). De heilige Geest is deze liefdesband tussen Vader en Zoon.
- Christus heeft in de heilige Geest de wil van de Vader volbracht. Zo bidden wij voor de Communie.De heilige geest is zo belangrijk; laat het geen ondergeschoven kindje blijven
Dan eindigt de paastijd; de vijftigste dag. Er is dus geen Tweede Pinksterdag, zoals vanouds. Maar het is er wel. Mensen mogen nog na genieten. We leven voor altijd in de tijd van de Geest. Maar de Paaskaars is uit en weg; (dus niet al bij de Hemelvaart van de Heer, als beeld dat Jezus heenging).
De uitlopers van de paastijd
Alles is voltooid, de volheid van de openbaring is geschied.
Feest van de Drie-eenheid
Zo komt als eerste na Pinksteren het feest van de H. Drie-eenheid. Wij geloven in een drieëne God, een God in drie personen. God is geen eenzame God, geen God op zichzelf, geen gesloten God, maar gemeenschap. Het gezin is een beeld van de drieëne God.
Chiara Lubich zegt: Omdat God liefde is, is Hij drie en omdat deze drie liefde zijn, zijn ze één. En wij worden opgenomen in die gemeenschap, op het niveau van de Zoon
Feest van Sacramentsdag
Dat kan gevierd worden op de tweede donderdag na Pinksteren, de dag van de Eucharistie. Om opnieuw bewust te worden van dit sacrament. Aan de kerk gegeven door Juliana van Luik.
Feest van het H. Hart
Dan feest van het heilig Hart, op de derde vrijdag na Pinksteren. In Paray le Monial was er de verschijning van Jezus aan Maria Margaretha Alacoque. Vanwege de oneerbiedigheid, de onverschilligheid, de lauwheid van de mensen tegenover Gods liefde. Zo mag er het H.Hartbeeld zijn en wordt de maand juni de maand van het heilig Hart.