Hoe moeten wij als christen leven? Dat is vaak een vraag van mensen. En dan ligt de gedachte gemakkelijk bij ons zelf: Wat kan ik doen; en daarmee ook: wat wil ik doen. Je kunt het ook anders zien, want het christen-zijn is niet zozeer iets van onszelf, van onze eigen inspanningen en krachten, alsof we dat zelf kunnen bereiken. Neen, het christen-zijn is iets van Christus, die ons roept en veel wil geven. Hij wil in ons handelen en dat heeft ook zijn consequenties.
Misschien ervaren we dat ook, als we de weg van God gaan. Dan kom je veel hobbels tegen en vooral jezelf. Christen zijn is een strijd, niet alleen en op de eerste plaats tegen de wereld, maar allereerst tegen jezelf. De zaligsprekingen die we van Lucas horen zijn dan ook niet tot alle mensen gericht. Als mensen op straat dit zo zouden horen, dan kunnen ze denken: Wat is dit voor iets raars. Zou het mooi zijn om arm te zijn, verdrietig, geminacht en vervolgd te worden. Dat wil ik niet en ze sluiten de deur.
Jezus spreekt tot zijn leerlingen die Hem zijn gaan volgen; zij zijn geraakt. Ze hebben meer gezien en zij hebben gedacht: Dat wil ik ook graag ontvangen, dat leven van deze Jezus. En zij hebben alles achtergelaten. Zij wilden Hem volgen, maar dan begint het pas. Het verandert je leven. Willen we dat?
Veel mensen, die zeggen Jezus te willen volgen, gaan toch niet mee want ze stellen hun eigen grenzen en haken af of gaan maar tot een bepaald punt, dat in hun gedachte mogelijk is. Daarom, het naar de kerk gaan en het bidden zegt nog niet veel. Het kan buiten je eigen dagelijkse werkelijkheid blijven. Kijk maar.
Jezus zegt: Zalig gij die nu arm zijt. Het christen zijn wil ons ergens arm maken, arm in de zin van helemaal afhankelijk van God die onze Vader wil zijn, die zorgt, die er voor ons wil zijn. Hebben we deze God gevonden. Deze ervaring maakt echt vrij. De wereld maakt ons niet vrij. We weten allemaal wat geld en mach met ons doet. We steunen erop; we rekenen erop. Het zet God ergens buiten spel. De wereld waarin we leven probeert ons ergens wijs te maken dat je je eigen toekomst moet verzekeren en dat je goed voor jezelf moet zorgen. En met geld kan er veel. Daarom zegt de eerste lezing ook: Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt, op alles wat deze wereld biedt en dat voorbij gaat. Veel mensen hebben ook deze ervaring: dat het geld toch niet gelukkig maakt, dat je gezondheid niet kan kopen. En er is ook de teleurstelling in mensen, die je zo vertrouwde, alsof de zonde niet bestaat. Maar wie zijn rijkdom in God vindt, kan leven; je schrijft de zondige mens niet af en je kunt tegen teleurstellingen van mensen en van het leven als het niet gaat zoals je wil en denkt.
Dat is de vraag: Kunnen we ziekte en lijden dragen, ja zelfs afwijzing en vervolging? Wie kan dat zo zeggen? Dat kan als je helemaal op God vertrouwt die ons kracht geeft. Hij is het leven. Dan ben je als een altijd groene boom, die steeds vruchten draagt en niet verdort, want de wortels van deze boom liggen niet in deze aarde, maar in de hemel. Het vraagt veel tijd om je leven zo vorm te geven. Je moet over heel wat hobbels heen en ervoor zorgen dat je niet steeds op jezelf terugvalt, uit zelfmedelijden en of zelfbeklag. Hoeveel medelijden hebben mensen met zichzelf. Je kan ook afhaken en je eigen gelijk zoeken, ook als je gelijk zou hebben.
Daarom, de leerlingen hebben ervaren dat het volgen van Jezus minachting geeft en haat. Ze zijn uitgelachen, zelfs uitgestoten uit de samenleving; christenen horen er niet bij, zeker niet in een wereld die niet meer in God geloofd. Ook de eigen eer van mensen is groot en vernedering kunnen ze maar moeilijk dragen, terwijl God ons zo wil vormen; anders gaan we nooit op God steunen, ervaren we nooit de kracht van het eeuwige leven in ons. God wil in ons leven en werken, zoals Hij in Jezus zijn .Zoon heeft gewerkt en geleefd, totaal. Jezus heeft niet zichzelf gezocht, niet zijn eigen gelijk, terwijl Hij gelijk had, niet zijn eigen eer, terwijl Hij geëerd had moeten worden. Hij heeft alles gegeven. Hoe kan dat. Wij verliezen ons leven niet, want Christus, die gestorven is, is verrezen. Paulus zegt dat ons geloof waardeloos kan zijn, zonder betekenis bedoelt hij, want alleen één gegeven is allesbepalend: het bestaan van God zelf, die liefde is en zorgt, die eeuwig leven geeft en zo aan alles een zin en een inhoud kan geven, wat er ook gebeurt in je leven, ook met je zonde. Je bent nooit verloren. Dat laat Christus zien, die gestorven is en verrezen, en ons mee wil nemen naar dat nieuwe leven dat totaal anders is dan deze wereld. Dan gaan we wel tegen de stroom in, en je moet vooral tegen jezelf in gaan, zoals Jezus zegt: Wie mijn volgeling wil zijn, moet mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis van elke dag op nemen. Dan zul je het eeuwig leven vinden, met dit zalige leven.
Wie verstaat dit woord? Ik hoop dat we worden aangetrokken door de Heer zelf en door de heiligen en dat de heilige Geest dit werk in ons kan en mag doen. Amen.