Wat eigen is aan kerstmis, is de kerststal (en niet de kerstboom, al heeft deze ook een betekenis). Het is goed om werk te maken van het opzetten van de kerststal. Het is niet zomaar even alles uitpakken en neerzetten. Het is mooi om ieder jaar naar de beeldjes te kijken en je af te vragen wie jij dit jaar bent in de kerststal. Als je dat ieder jaar doet, leer je niet alleen deze bijbelse personen kennen maar pas je jezelf ook in in de kerststal. Ook wij horen daar thuis. Er zijn gelovige mensen, zoals Maria, gehoorzame mensen zoals Jozef, wijzen en rijken, armen en het uitschot. Christus verzamelt ons allemaal rond Hem. De kerststal nodigt ons uit om er steeds naar te kijken en bij te bidden. Dat zeiden de herders: Laten we gaan zien wat er gebeurd is. En ze knielden neer. Je kunt dat doen, alleen of met elkaar, elke avond, met steeds een moment om bij de kerststal te verblijven. En bid erbij. Velen hebben al vóór kerstmis het kerstfeest gevierd; wij doen dat vooral erna, in de kersttijd, met alle feesten. Kerstmis mag zich ontvouwen; het geloof mag in ons groeien en daarmee de hoop en de liefde. Geef de kerststal een waardige plaats en ruim deze niet te snel op. Het is kerstmis tot en met driekoningen!