link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook

Neocatechumenale Weg in Schoonhoven

Al 26 jaar

gepubliceerd: vrijdag, 2 juli 2021

Najaar 1994

Neocatechumenale Weg

Bijna 26 jaar gele­den ben ik bena­derd door een missie­ge­zin uit Spanje van de Neo­ca­te­chu­me­nale Weg (NCW). Zij kwamen bij mij op bezoek en ver­tel­den hun erva­ring, hoe het ging in hun huwe­lijk en hun strijd, met hun kin­de­ren en de opvoe­ding in deze tijd en in hun pa­ro­chie aldaar.

Het was een intens verhaal dat indruk maakte en getuigde van oprecht­heid. Zij wil­den met hun erva­ring hun leven in dienst stellen van de kerk en zij had­den zich be­schik­baar gesteld om daar heen te gaan waar de kerk hen uitno­digde. Kar­di­naal Simonis, toen nog bis­schop in Utrecht, Mgr. Bär, de toen­ma­lige bis­schop van Rotter­dam, die mij gewijd heeft en Mgr. Bomers van Haar­lem-Am­ster­dam had­den om zulke missie­ge­zinnen gevraagd; zij hebben deze missie­ge­zinnen in contact gebracht met pastoors van hun bisdom. Zo kwamen ze bij mij in het najaar van 1994.

Catechese geven

Zij boden mij aan om in de pa­ro­chie een exis­tentiële catechese te geven, gestoeld op hun erva­ring, met de moge­lijk­heid van het aanbie­den aan pa­ro­chi­anen, die dat wil­den, ook een weg van geloof en beke­ring te gaan om te komen tot een levend geloof dat ook met het eigen leven ver­band heeft. Ik heb dit voorstel in het kerk­bestuur ter sprake gebracht en in februari 1995 zijn wij in de pa­ro­chie van Schoon­hoven met dit nieuwe experi­ment be­gon­nen. Een eerste catechese werd door een team van cate­chisten gegeven. Ik herinner me dat nog heel goed.

Het was voor mij en voor velen in de pa­ro­chie een nieuwe erva­ring. Ik was geraakt door deze catechese, mede ver­zorgd door leken; ouders en jon­ge­ren spraken over God met hun leven. Ik begreep lang niet alles. Ik had ook veel vragen. Ik heb ook veel met hen ge­spro­ken. Wel ben ik steeds met hen door­ge­gaan. Ik zag dat ze een dienst kon­den doen in de pa­ro­chie, steeds voor wie dat wilde; dat is door­ge­gaan tot op de dag van vandaag.

Ik heb veel moois gezien in het leven van deze mensen en in het leven van mensen die kwamen luis­te­ren. Het was zeker niet altijd ge­mak­ke­lijk. Er was een strijd in mij. Er kwamen vragen van pa­ro­chi­anen. Het was iets nieuws en het ging anders; en wat wil­den deze mensen? Ik heb hen steeds de ruimte gegeven omdat dit ini­tia­tief door de kerk begeleid werd en werd goedge­keurd. Het is mooi om te zien hoe de heilige Geest werkt ook in onze tijd en nieuwe vruchten voort­brengt. God werkt nog steeds in zijn kerk.

Het ontstaan van de Neo­ca­te­chu­me­nale Weg (NCW)

De Neo­ca­te­chu­me­nale Weg is be­gon­nen in Spanje in de krottenwijken van Madrid. De ini­tia­tiefnemer, Kiko Arguello, een be­ge­na­digd man en een ver­diens­te­lijk kunste­naar, was geraakt door het lij­den van de armen. Hij is bij hen gaan wonen in de krottenwijken. Daar woonde van alles, pros­ti­tués, dieven, en noem maar op. Hij ging tussen hen in wonen. Hij wist dat Christus aanwe­zig is te mid­den van de armen.

Hij had niet kunnen denken dat deze mensen geïn­te­res­seerd zou­den zijn in Jezus Christus en zijn kerk. Hij kon deze mensen geen mooie theorieën leren. Hoe moet je spreken over Christus? De mensen had­den van­wege hun situatie en hun leven een open­heid voor Christus, die niet geko­men is om te oor­de­len maar om te red­den. Ze wisten zich bemind door Jezus, zoals ze waren. Zo heeft de heilige Geest daar won­de­ren gedaan. Het leven van een aantal van deze mensen ver­an­der­de. Men kwam tot bid­den; de Eucha­ris­tie werd gevierd in deze barakken, in een kleine groep. Men luisterde naar het Woord van God en ze gaven hun erva­ring wat dit Woord voor hen betekende en met hen deed. Het Woord van God werkte.

De bis­schop van Madrid kwam kijken. Hij was ver­baasd en vroeg Kiko deze erva­ring naar de pa­ro­chies te brengen. Dat deed hij. In de pa­ro­chie deed Kiko de ontdek­king dat er meer tijd nodig was om zich­zelf en God te leren kennen. Het is altijd de vraag: Wie zijn wij echt (zon­der onze maskers) en wie is God voor ons. Hij ontdekte dat de kerk vandaag de dag de erva­ring van de eerste, jonge kerk nodig had met een catechumenaat, als een weg van inwij­ding.

Het catechumenaat in de kerk

In de eerste vier eeuwen was het chris­te­lijk leven beperkt tot kleine groepen in een zeer hei­dense wereld. Deze ‘hei­denen’ geloof­den in allerlei goden maar de bevrij­dende God van Jezus Christus kende men niet. Wanneer men het leven van een christen zag en men verlangde naar zo’n leven kon men door middel van een catechumenaat gedurende een lange tijd een inwij­ding in het chris­te­lijk leven ont­van­gen, in een kleine ge­meen­schap van de kerk.

Craig Adderley
Neocatechumenale Weg

Men kon pas gedoopt wor­den als men zich de genade van het chris­te­lijke geloof eigen had gemaakt, met tekens van Christus. Het was nodig God te leren kennen als een Vader, die zorgt voor zijn kin­de­ren, in alle omstan­dig­he­den, ook met de nodige be­proe­vingen en beko­ringen, waardoor het geloof getoetst wordt.

Dit catechumenaat is langzamer­hand in de kerk verdwenen. In de vierde eeuw werd het chris­ten­dom staatsgods­dienst. Allerlei mensen tra­den toe tot de kerk, ook om met min­der zuivere motieven. Langzamer­hand werd de hele westerse wereld katho­liek. Het werd gewoon dat men als kind gedoopt werd. Dat is door gegaan tot in onze tijd. Of alles oprecht chris­te­lijk was, is altijd de vraag. Het chris­te­lijk geloof vormde wel de basis voor de hele samen­le­ving. Een catechumenaat was niet zo nodig. Er was een intens aanbod in de kerk van ver­kon­di­gingen, missieweken, caritas, gebeds­vie­ringen naast de Eucha­ris­tie. Of wat gezegd werd ook eigen gemaakt werd in het per­soon­lijk leven is steeds de vraag. Velen leun­den ge­mak­ke­lijk op anderen. De kerk was aanwe­zig, soms zeer wet­tisch, soms met haar macht en uiter­lijk­he­den. Na­tuur­lijk waren er ook zeer gelo­vi­ge mensen, die leef­den vanuit hun geloof; niet ie­der­een kon er ge­mak­ke­lijk over spreken, bijv. met hun kin­de­ren. Geloofs­vor­ming liet men over aan de kerk, aan de pries­ters en de reli­gi­euzen.

De jaren zes­tig

De tij­den zijn veran­derd. In de vorige eeuw, zeker sinds de jaren 50 en 60 kwam het chris­te­lijk leven onder druk te staan, door allerlei redenen. Er viel in een korte tijd veel weg. Waren er nog ant­woor­den op de vele vragen die opkwamen na de Tweede Wereld­oor­log? We hebben velen de kerk zien verlaten en ouders waren weinig of niet in staat het geloof aan hun kin­de­ren door te geven, hetgeen hun taak is als ze hun kin­de­ren laten dopen. Velen misten teveel om te blijven geloven in een ver­an­de­rende wereld, waar Christus lang­zaam verdween en het leven met en in de kerk min­der be­lang­rijk werd.

Het Tweede Vati­caans Concilie

In de jaren 60 kwam het Tweede Vati­caans Concilie, als een gave van de heilige geest voor de noden van deze tijd. Een concilie is be­lang­rijk gegeven voor de hele kerk en moet zijn uit­wer­king vin­den in het leven van de gelo­vi­gen in de pa­ro­chies; dat vraagt tijd. De grootste zicht­ba­re uit­wer­king is geweest de vernieu­wing van de li­tur­gie. Er kwam de landstaal. Er kwamen meer lezingen van het Woord van God in de eucha­ris­tie. Er werd ge­spro­ken over het geven van catechese aan vol­was­se­nen als een blijvende vor­ming van gelo­vi­gen. Want dit is niet alleen iets voor de kin­de­ren. Het geloof kan ge­mak­ke­lijk in de kin­der­schoenen blijven steken terwijl het leven van een kind wel veran­dert als deze groter wordt. Er werd ge­spro­ken over de bete­ke­nis van de leken in de kerk en in de wereld. Ieders roe­ping kwam naar voren. Het was wel een vraag hoe dat vorm kon krijgen. Deze vraag heb ik mij ook altijd gesteld bij mijn studie.

In en voor het Tweede Vati­caans Concilie (1962 - 1965) heeft de heilige Geest vele nieuwe ini­tia­tie­ven in de kerk opgewekt, vormen van leven als een gave van God om de gelo­vi­gen te helpen in deze tijd als christen te leven. Het is teveel om op te noemen. Zo is er de cha­ris­ma­tische vernieu­wing, waar het gaat om de heilige Geest meer te leren kennen. Er is het Focolare waar het gaat om de liefde van God te beleven en elkaar steeds en als eerste en altijd te beminnen en te ver­ge­ven. Het gaat niet om eigen vormen. Het is altijd een gave voor de hele kerk.

Erken­ning door de pausen

Zo is er ook de Neo­ca­te­chu­me­nale Weg, ontstaan begin jaren zes­tig. Paus Paulus VI heeft deze naam gegeven. Hij zag dat zij in de kerk het catechumenaat weer tot leven lieten komen. Hij zei dat een catechumenaat ook na het doopsel beleefd kan wor­den om de genade van het doopsel meer tot leven te laten komen, als eerste be­lang­rijk­ste sacra­ment, dat vaak te weinig aan­dacht kreeg. We moeten steeds opnieuw (neo) een weg van geloof gaan, alle fases van het leven.

Paus Paulus VI erkende zo de NCW als een gave van God voor deze tijd voor de pa­ro­chie. Hij vroeg Kiko om door te gaan, met de mooie zin: Blijf trouw aan de kerk, dan zal de kerk jou trouw blijven. In korte tijd heeft de NCW zich verspreid over de hele wereld en is nu in zeer veel lan­den aanwe­zig. We zien de gaven van God: herstel van huwe­lijk, de vor­ming van ge­zin­nen en zo het ontstaan van missie­ge­zinnen; zij waren God dank­baar en wil­den hun erva­ring delen met anderen in de kerk we­reld­wijd. Later kwamen ook de vele nieuwe missio­naire semi­na­ries (ons land kent nu twee semi­na­ries in het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam en in Roermond, gevraag door de bis­schop om de pa­ro­chies te helpen met missio­naire pries­ters).

Een gave van God

Wat God geeft, in al zijn verschei­den­heid en rijkdom, moet binnen­ko­men in het leven van de gelo­vi­gen zelf. Het geloof is een gave van God en zal in ons moeten groeien; het mag een fun­dament zijn voor je leven, bij alles wat je meemaakt. De kerk is ge­roe­pen om een levende ge­meen­schap te zijn, die in de wereld getuigt van Gods liefde, trouw en een­heid. Daar zijn immers altijd zoveel vragen over. Iedere christen­ge­lo­vige moet zijn per­soon­lijke weg hierin vin­den in en met de kerk. Er zijn velen gaven en wegen van God om te gaan in zijn kerk.

Zo is de NCW een moge­lijke weg, nu offi­cieel door de kerk goedge­keurd. De kerk begeleidde dit nieuwe cha­risma vanaf haar ontstaan. Wat nieuwe is, kan vreemd zijn voor mensen. Ik heb er ook zelf aan moeten wennen. Dat is het mooie van onze God. De heilige Geest wekt immers in de kerk steeds nieuw leven en wil het leven van de gelo­vi­gen steeds bezielen. Dat zien we de hele ge­schie­de­nis door, met het ontstaan van steeds nieuwe ordes en con­gre­ga­ties. Zij hebben de kerk veel geholpen en steeds willen vernieuwen. Zo werkt God ook in onze tijd. Hij blijft door­gaan en ons mensen verbazen met zijn liefde voor de wereld. Hij is een red­dende, bevrij­dende God van liefde.

Het werk van de heilige Geest is niet te doorgron­den. Het is aan de kerk en aan het leer­ge­zag van de kerk om de gave van de Geest te onder­zoeken en te toetsen. Ook de kerk moet de tekenen van God zien. Onze kerk heeft vele jaren dit cha­risma van de NCW intens begeleid en er ook kri­tisch naar gekeken. Paus Johannes Paulus II heeft gevraagd om statuten. Deze zijn eind jaren 90 goedge­keurd voor een tijd van experi­mentum. De kerk heeft alle catecheses die overal gegeven wer­den, onder­zocht en goedge­keurd. Later, in 2008, zijn er de­fi­ni­tieve statuten geko­men, goedge­keurd door paus Bene­dic­tus XVI. Hij heeft dit cha­risma vanaf haar begin in Duits­land leren kennen toen hij aarts­bis­schop in München was en zeer ge­waar­deerd en altijd gevolgd. Zo is de NCW een moge­lijk­heid voor de bis­dom­men en haar pa­ro­chies als een veilige weg middels een catechumenaat om in kleine ge­meen­schappen gelo­vi­gen een serieuze weg van groei in het geloof aan te bie­den, in alle vrij­heid en over­een­koms­tig ieders eigen roe­ping.

Werk­wij­ze

Hoe gaat de NCW te werk? De kerk is ge­roe­pen om het evan­ge­lie te ver­kon­di­gen; ze moet steeds missio­nair zijn. Altijd is de kerk naar mensen gegaan die Christus nog niet kennen of niet meer kennen. Ons eigen wereld­deel is ook een missie­ge­bied gewor­den. De ver­kon­di­ging van Gods liefde voor ons, zoals we zijn, kan het hart raken van de mens om deze God meer te leren kennen. Het gaat om de liefde van God voor ons, heel per­soon­lijk.

foto: Rachel Claire
Neocatechumenale Weg

Er is tijd nodig om God meer te leren kennen en dit geloof in je tot leven laten komen, opdat het een echt fun­dament mag zijn bij alle omstan­dig­he­den van het leven. Je moet deze blijde Bood­schap ook steeds weer horen. Dat geldt ook voor mij­zelf. Je voedt je met het Woord van God; je leeft met de kerk; je viert de sacra­menten, met name de Eucha­ris­tie en de biecht en je doet dat met elkaar, als ge­meen­schap van gelo­vi­gen.

Ie­der­een die deze erva­ring van Gods liefde concreet wil beleven, moet zoeken naar moge­lijk­he­den hoe dat concreet te maken in ieders leven. Zo biedt de NCW, na een eerste begin-catechese, aan om met een groep, die we ge­meen­schap noemen, een weg van geloof te gaan voor lan­gere of kortere tijd, steeds in alle vrij­heid. Er is immers geen lidmaat­schap van de NCW. Men tekent niets en niemand wordt inge­schre­ven. Wij zijn allen ge­roe­pen tot geloof en beke­ring. De kerk wil daarbij helpen.

Kleine groepen kunnen een grote hulp zijn en mogen niet gesloten zijn. Dat gevaar kan altijd bestaan; alle mensen leven met groepen en sluiten zich ge­mak­ke­lijk af. De kerk zelf staat evenwel garant dat dit cha­risma binnen het grote net­werk van de kerk blijft. Ik heb de bete­ke­nis van kleine groepen mogen zien. Mensen kunnen elkaar helpen om het geloof te beleven in deze liefde voor God en elkaar. Vandaaruit kan het zich lang­zaam openen naar allen, met wie men leeft en werkt.

De katho­lie­ke kerk heeft deze methode erkend als een veilige, betrouw­ba­re weg. Zelf ben ik steeds akkoord gegaan, op het oor­deel van de kerk, van de paus en de bis­schop­pen. Ik heb ook de won­der­werken van God mogen zien in mensen. Ik heb mogen beleven hoe de kerk een nieuw gave van de heilige Geest begeleidt en vormt. Dat geeft een grote eens­ge­zind­heid.

Onbegrip

We begrijpen nooit helemaal het werk van God. God gaat ons te boven. God werkt ook op zovele ver­schil­lende manieren. Hij nodigt uit. En de kerk heeft er een goed oor­deel over uit­ge­spro­ken. Daar is juist de kerk voor. Soms begrijpen mensen niet waarom er eigen groepen moeten zijn. Allereest zijn die er altijd geweest in de kerk, met kloosters, met ge­meen­schaps­hui­zen en ook de pa­ro­chies kent meer­dere groepen. Je hebt soms een kleine groep nodig om niet verloren te gaan in het grote vaak anonieme geheel van onze tijd, ook in de kerk, waar mensen elkaar soms weinig kennen en langs elkaar kunnen leven. Een kleine groep kan heil­zaam zijn om je te helpen een weg van geloof te gaan. Zo is het leven.

Er is het gezin, als eerste kleine leef­ge­meen­schap. Het gezin moet onder­steund wor­den. De kerk wordt weleens genoemd de ge­meen­schap van ge­meen­schappen. Het gaat om de een­heid in geloof, met de band van liefde, die hoop geeft voor de toe­komst van de kerk. Dat hebben we nodig.

Dank­baar

Ik ben zeer dank­baar aan God dat Hij deze gave op mijn pad heeft laten komen. Als pastoor zoek je alle moge­lijk­he­den om de mensen in contact te brengen met de liefde van God en verlang je naar een levende, betrokken kerk. De kerk heeft het vandaag moei­lijk. Ze maakt een zuive­rings­pe­rio­de door. En dat is goed. God acht het nodig.

En er zijn altijd vragen: Wie is God voor ons? Waar kun je Hem vin­den? Wie is Jezus Christus? Wat is het eeuwige leven? Waarom de kerk? Hoe kan ik bid­den? Hoe kan ik het Woord van God meer een plaats geven in mijn leven? Welke weg moet ik gaan? Wie geeft de ant­woor­den, die men zich ook eigen kan maken.

De kerk gaat door, omdat Christus door gaat. We zijn ge­roe­pen om mee te doen, ieder met zijn eigen taak en op zijn eigen plaats, met elkaar en niet tegen elkaar. God is een God van een­heid in alle verschei­den­heid en niet ge­schei­den­heid. Maria, als moe­der van kerk begeleidt ons. Zij was de eerste leer­ling van Christus, meer dan moe­der van Jezus. Vanuit haar leer­ling zijn kon ze moe­der wor­den voor alle mensen om ie­der­een steeds tot Christus te brengen, haar Zoon. Zo mag de kerk zijn, als Maria. Wij zijn eerst leer­ling van Christus om dan ook als moe­der te kunnen zijn voor alle mensen, zodat God meer en wer­ke­lijk onze Vader kan zijn. Zo kan de kerk ook weer missio­nair zijn, want het is haar eerste roe­ping om Christus te brengen in de wereld met het ge­tui­ge­nis van haar eigen leven. Dat we dat als kerk blijven doen.



 

St. Barnabasparochie • Grote Haven 8 • 2851 BM  Haastrecht  /  H. Bartholomeusparochie • Wal 61 • 2871 BC  Schoonhoven
(0182) 38 24 55 • info@barnabasparochie.nlinfo@bartholomeusparochie.nl